Een groep samenwerkende oliebedrijven waaronder Shell gaan samen met autoproducenten werken aan de verdere ontwikkeling van waterstof als autobrandstof. Dat maakte de ‘Hydrogen Council’ bekend bij het World Economic Forum in het Zwitserse Davos.
Volgens de bedrijven is waterstof een van de belangrijkste elementen voor de overgang naar duurzame energie. Dat geldt zowel voor transport, de industrie en de energiesector. De berijven willen daarvoor samenwerken met overheden om de voordelen van waterstof beter bekend te maken en om te werken aan manieren om waterstof breder in te kunnen zetten.
Het plan moet een substantiele bijdrage leveren aan het halen van de doelen van het klimaatakkoord dat in 2015 in Parijs werd gesloten. De groep samenwerkende bedrijven bestaat onder meer uit de autobedrijven Toyota, BMW, Daimler, Honda en Hyundai, Anglo American en Engie.
Eerder meldde Shell al dat in 2025 twintig procent van de brandstoffen in haar tankstations van uitstootarme energiebronnen moet zijn en dat tegen die tijd de CO2-voetafdruk van de tankstations gehalveerd moet zijn. Ook wil Shell investeren in elektrisch rijden, aldus directeur Downstream van Shell John Abbott. Hij deed zijn uitspraken tijdens een lezing op het University College London.
Verder zet Shell zich in om benzine-auto’s efficiënter te maken en investeert het bedrijf in Duitsland nu al in waterstof-tankstations, aldus Abbott.
In haar brandstofvisie zegt Shell daarover: “Een goed voorbeeld is het H2Mobility-project in Duitsland, waarin Shell ook participeert. Dit initiatief is gericht op het opzetten van een netwerk van 400 waterstof-tankstations in 2023. Eerder opende in Hamburg het eerste Europese waterstof-tankstation van Shell.”
Ook in Nederland vindt onderzoek plaats. De onderzoeksgroep Future Energy Systems van de TU Delft doet onderzoek naar verschillende geïntegreerde systeemtoepassingen van brandstofcellen. Bij voorbeeld in het programma Car as Power Plant. Ad van Wijk is de leider van de groep.